Wie is uw Heilige Vader?

Beste vriend,

            Een leugen die duizend maal herhaald wordt, wordt geen waarheid door zijn aantal herhalingen. De bedreven herpublicering van wat eerder gekend was als een uitgesproken leugen, is normaal geworden voor het Vaticaan. Op het wereldplatform beeldt de huidige paus historische leugens af alsof ze feiten zijn. Het artikel hieronder weerlegt de pauselijke claims tot suprematie over de christelijke wereld in termen van religieuze heiligheid. Het artikel identificeert in het bijzonder de context van de geherpubliceerde leugens in relatie tot de huidige wereldpolitieke situatie. Het artikel wordt gepresenteerd met de oprechte hoop dat door zorgvuldige overweging en verwijzing naar de Schrift, u de valse claims van het pausdom zult afwijzen en u een geëngageerd persoonlijk standpunt zult innemen voor het Evangelie van Jezus Christus, de Heer.

 

Wie is uw Heilige Vader? 

Onder de titel van Heilige Vader[1], zal paus Franciscus de VS bezoeken in september 2015. Daarom stellen wij de vraag: “Hoe waarheidsvol is uw Heilige Vader?” De relatie van een christen met zijn Heilige Vader is cruciaal. Daarom bad Jezus Christus: “Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij”[2]. Enkel dezen die in Christus Jezus geplaatst zijn, door Gods genade alleen, hebben het recht en privilege om de Heilige God hun Vader te noemen. Desondanks leert het Vaticaan een ander evangelie en, op hun website, claimen zij een op elkaar volgende reeks van 266 “heilige vaders”, of pausen, vanaf Petrus tot paus Franciscus.

            Het grote zichtbare centrum van religieus leven is de Paus en het Vaticaan. Pauselijk Rome verheugt zich in zijn duidelijk wereldse voortreffelijkheid en beoefent autoritaire heerschappij over het politieke en religieuze denken van honderden miljoenen. Maar, het ware Koninkrijk van God, in het geestelijke lichaam van Christus, vervolgt zijn triomfantelijke groei onder de leiding van de Heer Jezus Christus, door Zijn Geest. Verborgen voor het oog van de wereld en niet percipieerbaar als een institutionele kracht, blijft de Kerk het ultieme feit van de geschiedenis, dat nog tenvolle moet onthuld worden bij de wederkomst van de Heer. Van deze twee eigentijdse entiteiten heeft het Vaticaan, volgens de onthulde wil van God, ongelukkiglijk bewezen dat zijzelf de meest dominante is, vermits de paus een hoofdrol speelt op het toneel van de wereldgeschiedenis dat uiteindelijk zal uitlopen in de komst van de Heer Jezus Christus.

            Het is kritisch de contemporaine context te begrijpen waarin de Roomse claim op historisch-politieke prioriteit en kerkelijke superioriteit opnieuw bevestigd wordt op het wereldpodium. De agressieve wedergeboorte van de orthodoxe Islam in het algemeen, en ISIS in het bijzonder, doet de westerse wereld terug focussen op de consideratie van religie als een macht waarmee politiek rekening moet gehouden worden. Met de moslims, wier religie historisch teruggaat tot Mohammed, lijkt het zinnig te zijn dat het pausdom in 2015 haar claim zal heruitbrengen een religieuze geschiedenis te hebben die veel ouder en machtiger is dan de Islam.

            Bovendien is het evenwicht van politieke macht wereldwijd aan het verschuiven. In het bijzonder in tijden van zulke verschuivingen, staat het pausdom gereed om iets te presenteren wat gelijkt op een gevestigde stabiliteit te midden van groeiende verwarring en onzekerheid. Met de 2015 posting van hun ononderbroken reeks van pausen, vanaf Petrus tot de huidige Franciscus, komt de pauselijke claim dat deze gesticht werd door God. Het is tijd om de zaken recht te zetten.

Het begin van de officiële lijst van pausen

Volgens de Vaticaanse website, zijn de eerste vier beweerde pausen de volgenden:[3]

De eerste vier beweerde pausen zijn Petrus, Linus, Cletus en Clemens. Deze vier zijn een basische traditie in het Rooms-katholieke systeem. Onzekerheid over enige van dezen ondermijnt de hele traditie. Meer dan onzekerheid, ernstig scepticisme over Linus, Cletus en Clemens is hier geboden, zoals aangetoond door Richard P. McBrien, die een welgekende katholieke geleerde was aan de Notre Dame Universiteit. In zijn boek Lives of the Popes: the Pontiffs from St. Peter to John Paul II, stelde McBrien het volgende:

 

“Alhoewel de katholieke traditie, die begint in de late 2de en vroege 3de eeuw, Petrus als de eerste Bisschop van Rome ziet, en, daarom als de eerste paus, is er geen bewijs dat Petrus betrokken was bij de initiële stichting van de christelijke gemeenschap in Rome (inderdaad, het gegeven bewijsmateriaal lijkt in de tegengestelde richting te wijzen) of dat hij diende als Rome’s eerste bisschop. Niet eerder dan tijdens het pontificaat van Pius I, in het midden van de tweede eeuw (ca. 142 – ca. 155) had de Roomse kerk een mono-episcopale structuur van bestuur (één bisschop als pastorale leider van een bisdom). Dezen die de katholieke traditie opgeeft als Petrus’ onmiddellijke opvolgers (Linus, Anacletus, Clement, e.a.) functioneerden niet als de ene bisschop van Rome. (De lijst van opvolgers werd doorgegeven door Irenaeus van Lyon [† ca. 200] en de historicus Hegesippus [† ca. 180], en werden bevestigd door Eusebius of Caesarea [† ca. 339], vaak de ‘Vader van de kerkgeschiedenis’ genoemd).

De Roomse gemeenschap lijkt in plaats daarvan een gezamenlijke of collegiale vorm van pastoraal leiderschap gehad te hebben. Dezen die geteld werden bij de eerste pausen, kunnen daarom beslist wel gewoon die enkelingen geweest zijn die presideerden over het locale concilie van ouderlingen of presbyter-bisschoppen. Of ze kunnen de meest prominenten van de pastorale leiders van de gemeenschap geweest zijn. In elk geval, de pausen van de eerste vier eeuwen – dat is tot het pausdom van Leo I in het midden van de vijfde eeuw – functioneerden met relatief beperkt gezag buiten Rome en haar onmiddellijke omgeving”.[4]

 

De verklaring van Richard P. McBrien ondermijnt uitermate de basische premisse van het Vaticaan. In feite blijkt uit de brief van Paulus aan de Romeinen dat de pastors (d.w.z. de bisschoppen) van Rome getrouw het Evangelie van redding bewaarden. Onder ernstige vervolging vanwege de Romeinse keizers bleven deze pastors en hun congregaties getrouw.

            De verbreiding van het christelijke geloof tijdens de eerste drie eeuwen ging snel en extensief. Alhoewel onder vervolging, bleven de pastors (d.w.z. de bisschoppen) van Rome getrouw en ijverig in het prediken van het Evangelie van genade. De vervolging van christenen eindigde in 313 toen keizer Constantijn het Edict van Milaan afkondigde.

De Bisschop van Rome was eerst de opvolger van de keizer

In 330 nC. verplaatste Constantijn (de keizer) de troon van het Romeinse keizerrijk van Rome naar Constantinopel. Tegen die tijd had hij het Christendom tot religie van het keizerrijk gedecreteerd in de hoop dat door middel van de acceptatie ervan een nieuwe verenigende sterkte kon ingebracht worden in zijn verschrompelende rijk.

Daarom, in die vroege jaren van de 4de eeuw, beweerden de bisschoppen van Rome de opvolgers te zijn van de keizer; d.w.z. de rechtmatige erfgerechtigden van de keizers.

De stad die de machtstroon was van het Romeinse keizerrijk werd de stad voor de bisschop van Rome om van daaruit zijn gezag uit te oefenen. Gradueel accepteerden andere bisschoppen en nationale monarchen hem als opvolger van de keizer met dezelfde titel die de keizer had: “Pontifex Maximus”.[5]

Uiterst links een muntstuk van keizer Augustus, 27 vC. Daarnaast rechts een muntstuk van Paus Leo III. Beide dragen ze de afkorting PONT MAX, wat staat voor Pontifex Maximus; één van de vele voorbeelden van de paus zijn toe-eigening van de titel van de keizer.[6] Veel later, in de 5de eeuw, claimde de bisschop van Rome de opvolger te zijn van Petrus. Daarom beweerde Innocentius I (401-417) dat de bisschop van Rome, als opvolger van Petrus, het recht had om Petrus’ macht en prerogatieven uit te oefenen. Er passeerden dus vier eeuwen voordat de claim werd gedaan van Petrus’ opvolging. Later in de 5de eeuw werd dit tenvolle geformuleerd in de leer van bisschop Leo I (440-461). Het feit, echter, blijft overeind dat de Schrift uitermate zwijgt over Petrus’ vertrek naar Rome. Zijn bezoeken aan Samaria, Lydda, Joppa, Caesarea en Antiochië werden zorgvuldig opgeschreven. Maar er is gewoonweg geen vermelding dat hij naar Rome ging, hetgeen essentieel is om de Rooms-katholieke positie te ondersteunen.[7]

Duidelijk is de veronderstelling dat Petrus in Rome was als de eerste bisschop, slechts een traditie. Het duurde letterlijk honderden jaren voordat de traditie dat Petrus de eerste bisschop van Rome was werd geloofd en ook dat hij opvolgers had in zijn rol van Bisschop van Rome.

Het historische fundament van de suprematie van de bisschop van Rome

Keizer Justinianus I – meer dan iemand anders – was degene die de suprematie van de bisschop van Rome vestigde in de zesde eeuw. Hij deed dat op een formele en wettelijke manier, door religieuze zaken onder de controle van de burgerlijke wet te brengen. LeRoy Edwin Froom resumeert wat er gebeurde:

“Justinianus (527-565) [was de] grootste van al de heersers van het Oost-Romeinse Rijk. [Zijn] grote prestatie was de regulering van kerkelijke en theologische zaken, gekroond door een keizerlijke Decreetbrief die de bisschop van Rome tot ‘Hoofd van alle heilige kerken’ stelt, waardoor er dus een legaal fundament werd gelegd voor pauselijke kerkelijke suprematie”.[8]

Justinianus’ decreet creëerde niet de “Status van de Bisschop van Rome” maar plaatste veeleer een wettelijk fundament voor de aanwinst van burgerlijke bestuurskracht door de bisschoppen van Rome. Spoedig na Justinianus’ decreet, begonnen de bisschoppen van Rome te heersen als koningen. Vitalianus, de Bisschop van Rome van 657 tot672 was de eerste die eigenlijk aangesproken werd met de titel “Paus”, toen hij genoemd werd in het Latijn: “Papa Vitalianus”; d.w.z., Paus Vitalianus.[9] Het nam tijd in beslag voor de paus van Rome om zijn door de staat gegeven titel uit te oefenen over de andere bisschoppen van Europa. Bijvoorbeeld, zelfs in het noorden van Italië, in 800, erkende Claudius, de bisschop van Turijn, niet het gezag van de bisschop van Rome. Los van het werk van Justinianus om het burgerlijk gezag van de “bisschop van Rome” te formaliseren, manifesteerde het Vaticaan en zijn hiërarchie zelf historische fraudes door volstrekte vervalsing in documenten zoals de “Donatie van Constantijn”. Dit document is naar verluidt een wettelijk document waarin keizer Constantijn Sylvester Bishop van Rome (314-335) veel van zijn eigendom schonk en hem bekleedde met grote geestelijke macht.[10] Het doel van deze fraude was te voorzien in een fundamentele, documentaire authentificatie, alhoewel helemaal vals, waarin de kerkelijke macht werd verklaard van de pausen tijdens de Donkere en de Middeleeuwen. 

De pausen werden sterk en decadent middels burgerlijke macht

Van de 4de eeuw doorheen de 8ste eeuw werd veel van de pauselijke macht verworven door inruilingen met koningen doorheen wat het Romeinse Rijk was geweest. In de 8ste eeuw, wanneer de paus nood had aan verdediging tegen de Saracenen en de Lombarden, voorzagen de Franse koningen daarin en presenteerden de paus een heerserstitel met betrekking tot de steden die zij hadden gewonnen. Als beloning, in 800, kroonde paus Leo III Karel de Grote als keizer. Zo begon het Heilig Roomse Rijk, en consequent daarmee de beroering over zaken van de wettelijke limieten van jurisdictie van de paus aan de ene kant, en de keizer aan de andere kant. Deze zaken werden traumatisch uitgewerkt doorheen de eigenlijke koers van de geschiedenis.[11] In 1203, als hoofd van de staatsreligie, begon Paus Innocentius III door zijn Rechtbanken van de Inquisitie onderwerping te eisen aan de doctrines en tradities van de Roomse Kerk, en legde ze op door burgerlijke wet.

Velen van de Vaticaanse lijst van 266 “Heilige Vaders” waren onheilige, boze mannen

Honorius bestuurde van 625 tot 638. Hij werd veroordeeld als een ketter door het Zesde Oecumenische Concilie (680-681). Hij werd ook veroordeeld als ketter door Paus Leo II, zowel als de daarna volgende pausen.[12] In 903 regeerde Paus Leo V slechts één maand omdat Christoffel, een kardinale priester van San Damaso, Leo in de gevangenis kreeg en zichzelf tot paus verklaarde. Daarna werd Christoffel afgezet en in de gevangenis gezet door Sergius. Leo werd vermoord in gevangenschap, en Christoffel werd vermoord in gevangenschap op bevel van Sergius.[13] Sergius regeerde als Paus Sergius III van 904 tot 911. De immorele moordenaar Sergius III is nummer 120 op de Vaticaanse lijst van “Heilige Vaders”. Paus Johannes XII regeerde van 955 tot 963. “Verkozen op de leeftijd van 18 jaar, leidde hij een van de meest immorele levens van enige paus in de geschiedenis en stierf aan een beroerte, naar verluidt in het bed van een getrouwde vrouw”.[14] De notoire Paus Johannes XII is nummer 131 op de Vaticaanse lijst van “Heilige Vaders”. De dominante Crescentii Familie speelde een belangrijke rol in de geschiedenis in het maken en afzetten van Roomse pausen, van het midden van de 10de tot doorheen de 11de eeuw. Alzo begon Graaf Theofylactus van Tusculum, in wat de Tusculumaanse politieke familie genoemd wordt, met het aanstellen en afzetten van Roomse pausen. In feite is twee eeuwen lang de status van paus-zijn, een arena van verwarring, omdat de Crescentii en Tusculumaanse families van Italië erover disputeerden en vochten als ware het een bezitting.

            Het jaar 1073 was een keerpunt in de eeuwen van grove immoraliteit. Rigoureuze discipline werd nu de norm van het pausdom. Uitreikend boven de lusten van het vlees bleven de lusten van het pauselijke denken doorgaan met het vastgrijpen van algehele heerschappij, zowel kerkelijk als burgerlijk. Paus Gregorius VII (ook gekend als Hildebrand) was ambitieus boven allen die hem voorgingen. Hij was ervan overtuigd dat het bestuur van paus in feite de regering van God op aarde was en besliste om alle gezag en kracht materieel te onderwerpen, zowel spiritueel als wereldlijk, aan de “Stoel van Petrus”. Het was Gregorius VII die bedacht wat de grote structuur van het pausdom moest worden. Zijn doel was om de opperste heerser en rechter te zijn van alle leiders, zowel Kerk als Staat. De suprematie, die hij claimde bij goddelijk recht, eiste heerschappij over zowel keizers als koningen. De materiële suprematie van zo’n notie werd niet in één dag gewonnen. Echter, het was Gregorius VII zijn schrandere opvatting van de notie, en zijn vernietigende ambitie, gekoppeld aan de enorme weelde die de Rooms-katholieke kerk op dat ogenblik bezat, die haar implementatie mogelijk maakte.

            Deze sluwe verordeningen begonnen zelfs nog vrucht te dragen tijdens het bewind van Gregorius VII (1073-1085). De pausen die hem volgden ontwikkelden de structuren die hij had gevestigd. Zij vervolgden zijn projecten en streefden door misleiding, kruistochten en door interdicten om de wereld onder pauselijke, politieke controle te plaatsen. Twee eeuwen vanaf het bestuur van Gregorius VII, nam het pausdom toe in macht en glorie, altijd ten koste van duizenden verwoeste levens, vele afgezette koningen, en prinsen, samen met talloze uitermate verwoeste hofsteden en boerderijen, en dat alles in naam van de religie van Rome.

Paus Innocentius III (1198-1216) en Paus Bonifatius VIII (1294-1303) brachten de finale toetsen aan op de pauselijke triomf van geestelijke en wereldlijke macht. Paus Innocentius III kondigde een kruistocht af tegen de Albigenzen enbood aan allen die erin betrokken wilden worden de vergiffenis aan van alle zonden om in de hemel te komen, zonder door het vagevuur te moeten gaan. Het was een oorlog vol van ondenkbare wreedheid. Hele dorpen en steden werden afgeslacht; duizenden belandden op de brandstapel, terwijl anderen onderworpen werden aan de meest afschuwelijke martelingen. De geschiedenis van deze afgrijselijke daden van wreedheid en moord worden bevestigd door talloze verslagen. Paus Bonifatius VIII was onverzettelijk, ambitieus, intelligent, verwaand en gewetenloos. Hij geloofde diep dat de paus de letterlijk de Plaatsvervanger van Christus op aarde was en dat hij buitengewone krachten bezat. Hij is bijzonder beroemd voor een verklaring van zijn pauselijke bul Unum Sanctum: “Wij verklaren, definiëren en verkondigen aan elk menselijk schepsel dat zij, uit noodzaak van redding, geheel onderworpen moeten zijn aan de Roomse Paus”.[15] Vijfenzeventig pausen, de ene na de andere, van paus Innocentius III tot paus Pius VII gingen akkoord met foltering, moord, brandstapels en de confiscatie van bezittingen in de afschuwelijke eeuwen van de inquisitie.[16] Velen van deze gemartelden en gedoden waren ware bijbelgelovigen. De pijnbank was een van de vormen van pauselijke marteling. Dit mechanisme opereerde met een slachtoffer dat geplaatst werd op een horizontaal rek, met zijn handen en enkels verbonden, met rolmechanismen aan beide uiteinden.

De pauselijke inquisiteurs onderwierpen het slachtoffer aan een ondervraging terwijl men de rollen verdraaide waardoor het lichaam gerokken werden verschrikkelijke pijnen veroorzaakte.

Zij rekten het lichaam uit totdat de gewrichten uit elkaar gerukt werden. Uiteindelijk kon het slachtoffer gedood worden door shock of de verwondingen. Als de gelovige bleef weigeren zich aan de Rooms-katholieke kerk te onderwerpen werd hij of zij doorgaans op de brandstapel gezet.

In recente tijden zijn de pausen niet langer openbaar verdorven, maar wel in het
verborgene

Terwijl het pausdom niet langer de militaire macht bezit om zijn wil op te dringen, heeft het geenszins afstand gedaan van zijn soevereine controle over ’s mensen geesten en lichamen, zoals de katholieke wet aantoont. Uit noodzaak, daarom, om dwang en onderdrukking terug in te voeren, moet eerst absolute wetgeving ingevoerd worden in het Rooms-katholieke systeem. Ten tweede is het nodig de burgerlijke autoriteiten in haar macht te krijgen, op zo’n wijze dat ze andermaal onderdanig zijn aan katholieke doelstellingen. Omdat de pauselijke kerk ook een wereldlijke macht is, was ze in staat haar status te bevorderen door diplomatieke overeenkomsten die men “Concordaten”[17] noemt. Vóór 1989 ondertekende de Heilige Stoel internationale akkoorden, voornamelijk met Europese en Latijns Amerikaanse landen. Vaticaanse controle kan erg duidelijk gezien worden in die naties waar concordaten al lang werden ingesteld, zoals bijvoorbeeld in Duitsland onder het nog bestaand concordaat uitgewerkt tussen paus Pius XII en Hitler.

Het verlangen van het Vaticaan om burgerlijke relaties te onderhouden met andere naties is nu groter dan ooit. Van 1950 tot 1999 werden 128 concordaten ondertekend tussen Rome en verschillende staten. In de loop van 10 jaar werden 43 concordaten ondertekend door de Heilige Stoel en andere naties. Zelfs naties van het Midden-Oosten, Azië en Afrika gaan juridische akkoorden aan met Rome. Bovendien heeft de Rooms-katholieke kerk veel invloed op nationale en internationale wetten, in het bijzonder de naties waar ze pauselijke nuntiussen en ambassadeurs heeft. Vandaag onderhoudt ze zulke diplomatieke relaties met 179 landen op ambassadeursniveau. De politieke burgerlijke macht is ondergeschikt aan de geestelijke controle van de Rooms-katholieke kerk en is, ieder individueel, het instrument van de paus om zijn aspiraties en objectieven te vervullen. Daarom, terwijl de boosheid van de pausen niet langer openlijk wordt getoond, wordt ze in het verborgen gezien in hun civiele wettelijke macht.

Conclusie

Het aanschouwen van de liefde van de Vader door de intieme titel “Vader” geeft de ware gelovige het diepe gevoel van persoonlijk geliefd te zijn als een kind van God. In totaal contrast spreekt de officiële Wet van Canonisch Recht van de Rooms-katholieke kerk over de noodzaak tot onderwerping, met de hoogste vermogens van de geest en de wil, niet aan de hemelse Vader, maar aan de zogenaamde Heilige Vader in Rome. Daarom zegt de officiële wet van de Rooms-katholieke kerk: “Een religieuze inachtneming van intellect en wil, zelfs indien geen geloof gesteld wordt in de katholieke leer, moeten betracht worden ten overstaan van een leer die hetzij de Paus hetzij het Bisschoppencollege inzake geloof of zeden naar voren brengen …”[18] De Heer Jezus Christus gebiedt: “U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand”.[19] Men kan geen twee heren dienen, want het gebod van de Heer spreekt dat van de paus tegen. Men kan niet onpartijdig zijn tussen twee meesters die incompatibel zijn en die totale getrouwheid eisen. De noodzaak van een keuze rijst. U zal moeten beslissen wie uw Heer is! Ook gaf de Heer Jezus het gebod: “En u mag niemand op de aarde uw vader noemen, want Eén is uw Vader, namelijk Hij Die in de hemelen is”.[20] Dus, enkel de Vader in de hemelen is aanbidding waardig, en de ware gelovige zal enkel tot God de woorden “De Heilige Vader” uitspreken. Niettegenstaande leert de kerk van Rome dat haar paus “Heilige Vader” genoemd wordt. Bid daarom dat God zo genadig wil zijn om de geestelijke blindheid op te heffen die katholieken bindt aan een systeem dat de paus in de plaats stelt van de Heer Jezus Christus! Het is geen tijd om misbruik te maken van Gods genade, maar veeleer om er dringend voor te bidden, totdat we de vruchten zien van onze gebeden. De apostelen Petrus en Johannes zeggen ons: “in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam”. “En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld”.[21] De Bijbel stelt duidelijk dat redding Christus’ werk was, en het Zijne alleen: “Die … nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen”.[22] De heerlijkheid van de Heer, het Evangelie, en Zijn beloften staan op het spel! “Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. Want onze God is een verterend vuur”.[23] ¨

 

Door de auteur wordt toestemming gegeven dit artikel in zijn geheel te kopiëren, zonder enige veranderingen.

Door de auteur wordt ook toestemming gegeven dit artikel in zijn geheel op internet websites te zetten.

 

Lees van ex-priester Richard Bennett ook:

·      Historisch overzicht van het pausdom - deel 1: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/pausdom.pdf

·      Historisch overzicht van het pausdom - deel 2: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/pausdom2.pdf

 

Documenten aan te vragen (DOC of PDF; gratis):  verhoevenmarc@skynet.be

o   De Nieuwe RKK-Catechismus, 1995 (Nederlands)

o   Het Concilie van Trente, 1545-1563 (Engels)

o   Het Eerste Vaticaans Concilie, 1869-1870 (Engels)

o   Het Tweede Vaticaans Concilie, 1962-1965 (Nederlands)

o   Wetboek van Canoniek Recht, Codex Iuris Canonici, 1917 (Latijn)

o   Wetboek van Canoniek Recht, Codex Iuris Canonici, 1983 (Engels)

o   Wetboek van Canoniek Recht, Codex Iuris Canonici, 1983 (Nederlands)

o   Verklaring “Dominus Iesus”, 2000 (Engels)

 

Andere RKK-documenten (buls, encyclieken) zijn rechtstreeks downloadbaar op:  http://www.verhoevenmarc.be/rkk-studie.htm .

 

 

verhoevenmarc@skynet.be - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm

 

[1] Het katholieke nieuwsagentschap ‘Zenit’ normt de paus gewoonlijk de “Heilige Vader”. Voor de meeste katholieken slaat de term “Heilige Vader” gewoonlijk op de paus.

[2] Johannes 17:11. De Heer Jezus gebruikt de term “Heilige Vader” exclusief in Zijn spreken tot Zijn Vader.

[3] Website van het Vaticaan: http://w2.vatican.va/content/vatican/en/holy-father.html , 11-2-2015.

[4] Richard P. McBrien, Lives of the Popes:  The Pontiffs from St. Peter to John Paul II (HarperSanFransisco, 2000) Ch. 1, p. 25

[5] Romeinse keizers droegen de titel van Pontifex Maximus hetgeen aangeeft dat zij de hoogste pontifex of priester waren in het oude Rome.

[6] www.badnewsaboutchristianity.com/ad0_emperors.htm1/26/2015

[7] Zeker zou de Heilige Geest geen gebeurtenis overgeslagen hebben die zo significant en essentieel is. In zijn brief aan de Romeinen groet Paulus velen in de kerk te Rome maar niet Petrus. Dezelfde apostel Paulus, zijnde in Rome tijdens het bestuur van Nero, noemt nooit Petrus in enige van zijn brieven geschreven vanuit Rome aan de kerken en Timotheüs, alhoewel hij vele anderen noemt die bij hem waren in de stad.

[8] Le Roy Edwin Froom, The Historical Development of Prophetic Interpretation (Review and Herald Publishing Assn., 1950) Vol.  I, pp. 507-508

[9] http://www.answers.com/topic/Pope-vitalian

[10] Een kopie van het gepretendeerde originele document bevindt zich in Wylie’s History of Protestantism Vol. I, Book First, Ch. 3, p.11

[11] Philip Schaff, History of the Christian Church (Hendrickson, 1885) Vol.  4, pp. 250-253

[12] William Webster, The Church of Rome at the Bar of History pp. 63-71.  Peter DeRosa, Vicars of Christ: The Dark Side of the Papacy (Crown Publishers, 1988) pp. 208-209. Zie ook katholiek theoloog Hans Kung, The Catholic Church: A Short History  p. 60. 

[13] McBrien, pp. 150-151

[14] McBrien, pp. 435, 157-159; zie ook DeRosa, pp. 211-215

[15] Henry Denzinger, The Sources of Catholic Dogma. (St. Louis, MO:  B. Herder Book Co., 1957), #469.

[16] Gedocumenteerde details met betrekking tot de martelingen en brandstapels van de Inquisitie staan op de video “Inquisition”: https://www.youtube.com/watch?v=Rx8PdvOELvY . En lees het artikel “The Systematic Murder of Believers:  The Untold History of the Inquisition”: http://www.bereanbeacon.org .

[17] Een concordaat is de algemene benaming voor een bilaterale overeenkomst die gesloten wordt tussen de Heilige Stoel (waarmee bedoeld wordt het centrale bestuur van de Katholieke Kerk, nl. de paus samen met de Curie) enerzijds en een bepaalde staat anderzijds waardoor hun wederzijdse betrekkingen inzake alle voor beide partijen belangrijke zaken geregeld wordt.

[18] Wetboek van Canoniek Recht 752: “Weliswaar geen geloofsinstemming maar wel een religieuze volgzaamheid van verstand en wil moeten betracht worden Weliswaar geen geloofsinstemming maar wel een religieuze volgzaamheid van verstand en wil moeten betracht worden ten overstaan van een leer die hetzij de Paus hetzij het Bisschoppencollege inzake geloof of zeden naar voren brengen, …” http://elfri.be/)

[19] Mattheüs 22:37

[20] Mattheüs 23:9

[21] 1 Petrus 1:18-19, 1 Johannes 2:2

[22] Hebreeën 1:3

[23] Hebreeën 12:28, 29